K. Schippers schreef over Henk Peeters bij een tentoonstelling (1974) in de galerie Collection d’Art:
“Haren en watten komen uit een latere periode van de geschiedenis. En materialen als plastic en kunstgras maken nog niet eens zo lang deel uit van onze omgeving.
Peeters heeft meestal niet veel meer gedaan dan het tonen van zijn keuze. Het water werd verpakt, het licht kreeg kans op een reflectie, de werking van het vuur werd zichtbaar nadat het gedoofd was.
Watten verdwenen – maar bleven goed zichtbaar – achter nylon, haren maakten soms deel uit van een paardestaart en het kunstgras werd over een stuk board gespannen.
Peeters is wel eens gekarakteriseerd als de minst opvallende van de Nul-groep. En op een bepaalde manier is dat waar. Armando viel op door het lef van zijn bouten, prikkeldraad en geklinknagelde platen. Schoonhoven was niet te overtreffen in zijn beheersing over wit, licht en schaduw. En ook Jan Henderikse was in zijn korte Nul-periode een in het oog springende figuur met zijn kratten bier en vellen postzegels, herhalingen, die tot dan toe duidelijk taboe waren geweest.
Achteraf klinkt het alsof Henk Peeters met zijn zachte stoffen, zonder drama of koketterie, het dichtst bij de onopvallende werkelijkheid is gebleven en die ook nergens met verhalen heeft vermengd. Geen persoonlijke geschiedenissen, maar ook niet de didactiek van ‘kijk hier eens, zo hebben jullie dit nog niet eerder bekeken’. Dat laatste is misschien nooit helemaal te vermijden, maar Peeters moet toch wel bewust in die richting hebben gewerkt.
Dat blijkt wel als je nu een reflectiedoek of een wattenschilderij, een pirografie of een kunstgraslap van Peeters bekijkt.

De voorstelling betekent op het eerste gezicht zo weinig, dat hij, al doe je nog zo je best, al uit het geheugen dreigt weg te glippen vóór dat je hem goed en wel hebt gezien.
Dat geeft Peeters’ werk een eigenaardige spanning. Je bent je even bewust van de geringe inzet waarmee je doorgaans om je heen kijkt, alleen getroffen door een gebeurtenis met scherpe kantjes.’….
Wie zijn werk nu ziet, zal merken hoeveel invloed Nul (in dit geval het werk van Peeters) op de latere generatie schilders van Boezem, Dibbets en Van Elk heeft gehad. Voor Peeters werd Nul een werkelijk avontuur toen er een overgang van objekten naar situaties leek te ontstaan, maar de groep viel uiteen voordat daar veel van kwam. Die plannen waren er al in het begin, toen Peeters het Stedelijk Museum in 1962 al vol mist wilde spuiten, maar daar was iets te veel paraffine voor nodig en Sandberg had toen ook nog een Van Gogh in huis.

Zuiver en gaaf van idee – zo zou je het werk van Peeters kunnen noemen. Zelf is hij ervan vervreemd. ‘Ik moet zeggen, dat ik nu liever de krant lees dan het Museumjournaal. Toch wel. Het werkelijke leven is toch veel interessanter dan de kunst. Nul is daar mee begonnen. De conclusie is dan dat je er ook mee ophoudt. Misschien ben ik binnen Nul de meest consequente realist geweest. Dat voor mij kunst en leven uiteindelijk echt samenvielen. En dan vraag je je af: wat moet je dan nog maken? Dan is het er toch allemaal?”

K. Schippers over Henk Peeters bij een tentoonstelling (1974) in de galerie Collection d’Art:

Burn Hole 1961 Henk Peeters 1925-2013 Purchased with funds provided by Tate International Council 2011 http://www.tate.org.uk/art/work/T13407

https://www.tate.org.uk/art/artworks/peeters-burn-hole-t13407

“Keulen 1961.
Jan Henderikse: ‘Hartelijk gefeliciteerd met de verklaring tot kunstwerk door Manzoni. Als er een tentoonstelling is, moet je dan ook hangen?’
Het voorgaande fragment komt uit vier volle ordners correspondentie 1960 – 1970, uit het archief van Henk Peeters. De documenten geven een aardige kijk achter de schermen van de NUL/Zero-beweging. Naast vermaak, verwarring en inzicht geven de meeste brieven vooral een blik op de praktische en financiële problemen die het wereldkundig maken van ideeën met zich meebracht. Er kwam, zo blijkt, heel wat bij kijken. Van verzoeken om toezending van het Manifest tegen niets tot schadeclaims bij transporteurs.

 
Bewerking van tekst uit Ex plumis cognoscitur avis, Mark Peeters. In ‘Henk Peeters, tastbaar’, 1998.

Verklaring tot kunstwerk door Manzoni, Henk Peeters met handtekening van Manzoni
Verklaring tot kunstwerk door Manzoni, certificaat van echtheid